In het kader van de Wereldtentoonstelling 1958 werd aan de architecten Maxime Brunfaut, Géo Bontinck en Joseph Moutschen de opdracht toevertrouwd om een geheel nieuwe luchthaven-infrastructuur te ontwerpen.
Geheel het luchthavencomplex werd in de periode 1957-1958 op zeer korte periode gerealiseerd, de luchthaven diende immers tijdig klaar te zijn om de bezoekers van de Wereldtentoonstelling 1958 te ontvangen.
De transit hall was een technische stunt: een ruimte van 100 meter lang, 55 meter breed en 18 meter hoog werd overspannen met een boogvormige dakstructuur, volledig in aluminium. Deze lichte dakstructuur bestaat uit vier onafhankelijke segmenten aan beide zijden afgewerkt met vier maal twee vakwerkspanten. De 37,50 meter overkraging zonder steunpunten wordt aan één zijde opgevangen door centrale steunpijlers op scharnierstukken, telkens 24 meter van elkaar ingeplant. De overkraging wordt aan de andere zijde volledig in evenwicht gehouden door stalen trekkers. Aan de zijde van de tarmac rust een schuin opgestelde aluminium glaswand van 1800 m2 tegen de 37,5 meter overkragende dakconstructie.
Rond de eeuwwisseling was het oude luchthavengebouw van Brunfaut, Bontinck en Moutschen quasi volledig buiten dienst gesteld ten voordele van de nieuwe terminal en de pieren A en B.
Zestig jaar later blijft er dus van het oorspronkelijke gebouwencomplex weinig over: de oude terminal en het administratieve gebouw werden onherkenbaar verbouwd. De voormalige transit hall staat als een geïsoleerd volume in het huidige luchthavencomplex met nauwelijks enige relatie tot de omgevende gebouwen. Het gebouw werd grotendeels buiten gebruik gesteld omdat de aluminium dakconstructie geen bijkomende belasting aankan (tbv. isolatie, vernieuwen dakhuid, speciale technieken) en bovendien omdat de brandveiligheid van de aluminium dakconstructie quasi onbestaande is.
De doorbraak in de herwaardering van de Transit Hall is ontstaan door een out-of-the-box oplossing van Alias waarbij een bijkomende staalconstructie (vakwerkspanten van 46 ton) in en over het huidige dak gebouwd wordt. De brandveiligheid wordt in hoofdzaak gerealiseerd door een doorgedreven RWA-installatie. Beide ingrepen kunnen op dusdanige manier geïntegreerd worden in het bestaande concept zodat er nauwelijks invloed is op architecturale beleving van weleer.
In nauwe samenwerking met architectenbureau Stramien, ingenieursbureau Arcade, controle-organisme Seco en diverse andere partijen werd vervolgens een volledige renovatieproject uitgewerkt waarbij de Transit Hall in haar glorie wordt hersteld, en dit met een verhoogd en hedendaags comfort.
Lees ook artikel: ‘‘ Iconisch stukje luchthavengeschiedenis krijgt nieuw leven ’’
BIJKOMENDE INFORMATIE:
Opdrachtgever : Brussels Airport Company
Bouwjaar : 2O17 - 2O18
Architect : Stramien
Oppervlakte renovatie : ca 1O OOO m2
Budget : ca 22 mio EUR